Wednesday 2 September 2015

Rembrandt heeft nooit gevoetbald

Hommage aan sportjournalist Nico Scheepmaker

Column nr nr 380 dd  02-09-2015

Met de belangrijke wedstrijden voor de deur voor het Nederlands elftal tegen  IJsland en Turkije onder leiding van de nieuwe bondscoach Danny Blind, is het - lijkt me - gepast, een wat luchtige onderwerp aan te snijden. 
Maar eerst even dit.  Zoals U ongetwijfeld zult hebben gezien of gehoord, gisteravond 1 september in Nieuwsuur, dat de kunsthandelaar Renee Smithuis uit Heiloo haar collectie van tachtig schilderijen aan het Singer Museum in Laren heeft geschonken. Een goede zaak. Opmerkelijk in deze is, dat deze collectie niet naar Museum Kranenburgh in Bergen Nh of naar het Stedelijk Museum in Amsterdam is gegaan. Smithuis had andere motieven. Zij en vele anderen strijden tegen de heersende opvatting dat het niveau van de Bergense School te wensen overlaat. Als kunsthistoricus kreeg ik dat meerdere malen op de VU te Amsterdam te horen. Niettemin had ik graag op deze stroming willen afstuderen, maar dan was ik zeker een jaar langer bezig geweest om al je argumenten te vinden en aan te scherpen. In  deze is het discussiepunt of  de mannen als Fauconnier, Arnout Colnot, Filarski etc als stroming en als school kunnen worden aangemerkt of dat het toevalligerwijs een stel collega's waren die elkaar in Amsterdam en Bergen Nh samenwerkten?  Niet zo van belang. Individueel was er best wel sprake van behoorlijke kwaliteit en dat kan het publiek in Singer straks zelf vaststellen. Of deze move ertoe zal leiden dat de Bergense School als stroming als canon in de kunstgeschiedenisboeken terecht zal komen, blijft een open vraag. Overigens had mevrouw Smithuis ook enige werken van De Ploeg, een stroming in Groningen, die een hogere achting verwierf in de ogen van smaakmakende kunsthistorici.

Maar dat terzijde. We zouden het over voetballen en de kunst hebben. Nico Scheepmaker schreef een boek onder de titel : Rembrandt heeft nooit gevoetbald'.  Dat is natuurlijk een waarheid als een koe. Maar waar hield de zeventiende eeuwse mens zich bezig als ontspanning en genoegen. De upper-ten stichtte landhuizen aan de kust en genoten van mooie rijtuigen en paarden. Rembrandt zelf was veel in de schouwburg om naar toneelvoorstellingen te kijken en maakte er een hobby van die klassieke toneelkleding te verzamelen. En het gewone volk. Dat beschrijft Scheepmaker als volgt :
: 'Rembrandt heeft op straat nooit tegen een blikje getrapt.. Het eerste conservenblikje werd in 1810 geproduceerd..Misschien dan tegen een bal die van lappen en touw was samengeflanst. Dat zou kunnen. Of tegen een soort bal van een opgeblazen varkens-of ossenblaas, waar in vroeger eeuwen mee gebald werd. In ieder geval kan je je moeilijk voorstellen dat een gezonde Hollandse jongen als  Rembrandt-op weg naar de Latijnse School in Leiden, waar hij een jaar opzat of later in Amsterdam  als 18 jarige op weg naar zijn leermeester Pieter Lastman, niet onwillekeurig naar alles schopte wat hem voor de voeten kwam: een steentje een blokje hout. Of zat die automatische trapbeweging  in de 17e eeuw er nog niet zoals bij ons allen, in zijn lijf ingebouwd, omdat er toen nog geen voetbalclubs bestonden en het trappen naar een bal dus nog niet "des jongens'was.. Dat lijkt me onwaarschijnlijk. We moeten die jongen van de 17e eeuw natuurlijk ook weer niet onderschatten. Als zij konden schilderen als Rembrandt, konden zij in aanleg vermoedelijk ook wel voetballen als Gullit, Van Basten, Cruyff, Rijkaard. Alleen ...... het werd nog niet gedaan. zodat er in mijn jonge jaren ( Nico Scheepmaker)  nog niet  gesurft of geskateboard werd. Maar gespeeld werd er natuurlijk wel, daar is het schilderij Kinderspelen van Pieter Breughel de Oudere het bewijs van "

De bijgevoegde afbeelding is de cover van het boek van Nico Scheepmaker met als afbeelding het schilderij van Pyke Koch ; Voetballen in de sneeuw".  Dit werk zat in de Scheringa collectie die is verhuisd naar Gorssel in de collectie van de heer Melchers. Nu dus op naar Gorssel ipv Spanbroek.

Brood en spelen, was het adagium van de in welvaart levende Romeinen. Sport en spelen hebben na die 17e eeuw een enorme vlucht genomen in het wielrennen, atletiek, krachtsporten, autoraces. Zo'n vlucht dat het een economische factor is geworden met een enorme infrastructuur, werkgelegenheid  en organisaties. Zo'n vlucht ook, dat de status van topsporter leidde tot malversaties als doping etc. Onze tijd biedt kansen voor schone sport : Daphne Schippers is met haar gouden plak op de 200 meter sprint daar een bewijs van. En schone sport is mooie sport en ook kunst.

Beweeg, geniet, fiets, wandel ook als het geen zomerse temperatuur meer is, wees creatief en wees een prettig mens voor je omgeving. Kunstboeken, lezingen, adviezen, taxaties,.essays, bemiddeling j.j.jong@quicknet.nl
drsjjj, artes admirans

Op cover afbeelding schilderij Pyke Koch voetballen in de sneeuw, collectie Melchers, Gorssel

No comments:

Post a Comment