Thursday 28 December 2017

Licht

Licht schilderen
Column nr 488 dd 28 december 2017

De laatste column van het jaar 2017. Onderwerp andermaal over het Licht. Past wel bij deze donkere dagen, maar de kortste dag is alweer aan het lengen en zo gaan we weer richting lente. 2017 was het jaar waarin we de Hermitage in St. Petersburg bezochten alsook de prachtige metro stations in  Moskou. Jammer genoeg moest ik een adviseurschap aan een klein regio museum opzeggen omdat er een onwerkbare situatie was ontstaan. Het bezoek aan Boymans van Beuningen waar mijn master scriptie begeleider prof. dr. Carel Blotkamp naar eigen inzicht het museum had ingericht, was eveneens een bijzondere aangelegenheid. Komend jaar eens even kijken bij Museum More en kasteel Ruurlo om de  Scheringa collectie weer eens te bewonderen
Maar we willen het over Licht in de kunst hebben. Bron deze keer is het boek "" Licht  "dat geschreven werd door Andreas Bluhm van het Van Gogh Museum en Louise Lippincott van het Carnegie Museum te Pittsburg bij gelegenheid van expo's in beide musea in 2000 en 2001. 
Om over een dergelijk onderwerp te ( kunnen) schrijven, dien je heel wat in je mars te hebben omdat het een uitermate complex en lastig onderwerp is, maar de beide auteurs zijn er in geslaagd daar iets degelijks en moois van te maken. 

Vincent van Gogh, de stoel van Gauguin, 1888 , Van Gogh Museum
Gaslamp

In het eerste hoofdstuk "Licht en kunstgeschiedenis,"wordt het volgende geschreven: Een van de oudste en complete methoden van de kunstgeschiedenis is de vergelijking. Kunsthistorici zijn getraind in het vergelijken van beelden, van details en van technieken om een antwoord te vinden op de basisvragen van het connaisseurschap: is dit  werk authentiek ? is het van deze of van die kunstenaar?  Is het een vroeg of laat werk?  is het succesvoller dan andere werken? Is het beter dan dat van een concurrent? We hebben deze vragen op het licht in de kunst gericht, maar de resultaten waren weinig verhelderend. "  Juist daarom respect voor die auteurs die de strijd aan gingen om het licht in de kunst te determineren. En verder zeggen de auteurs dan :"  In feite ontdekten we dat we niet eens op een betrouwbare manier een antwoord konden geven  op een simpele vraag zoals :  schilderde Degas bij lamplicht beter dan Van Gogh. Je kunt daar geen antwoord op geven omdat je nog nooit een 19e eeuwse olielamp hebt zien branden. "  Nog enkele boeiende vragen: "  Waarom beeldden kunstenaars sommige lichteffecten af en andere niet ?  Hoe goed weerspiegelt  hun werk de manier waarop licht werd gezien en ervaren ?  Hoe zien wij licht,?  Hoe zag men het vroeger en hoe beeldde men het uit?   Als je vier verschillende belichtingen zet op het schilderij van Van Gogh  De Stoel van Gauguin, dan zie je telkens een andere stoel. Tot zover het boek. Maar wat te denken van de stillevensschilders van de 17e  eeuw of van het werk van de hedendaagse fijn-stilleven schilder Henk Helmantel. De lichtval is alles bepalend en maakt uit of het schilderij is geslaagd. Plaats je de hooglichten precies op de juiste plek?  Kortom, meer vragen dan antwoorden en een wetenschapper blijft altijd zoeken en ontdekken. Geniet in ieder geval van al het moois dat u wordt geboden en blijf dat ook in het nieuwe jaar doen. Veel kunst en kijkgenot wensen we u het komende jaar toe. Kunstboeken, lezingen, adviezen, rondleidingen, taxaties, ets contact via deze blog
drs jjj artes admirans
































































































Wednesday 20 December 2017

Licht, lucht water bij Riviergezichten

Riviergezichten

Column nr 487 dd 20 december 2017   

Even een korte inleiding. Sinds enige dagen is het schilderij De Collse watermolen  van Vincent van Gogh te zien in het Brabants Museum in Den Bosch. Enige jaren geleden bezochten wij deze locatie vlakbij Eindhoven. De heer De Brouwer, grote kenner van de Nuenense Van Gogh periode reed ons er heen. In mijn bachelor scriptie had de heer De Brouwer mij voorzien van nuttige informatie en al heel lang wilden wij naar Nuenen. De vele praatpalen en het Vincentre, de pastorie en het Hervormde Kerkje, waar zijn vader dominee zijn nog de levende getuigen van Vincents verblijf in Nuenen. Uniek dat men kennis kan maken met een stukje Van Gogh historie

Maar we zouden over riviergezichten hebben, een onderwerp dat de 19e eeuwse kunstschilders    graag schilderden. De gemaakte keuze is louter persoonlijk en in het boek  Licht, lucht en  water , geschreven onder meer door John Sillevis en Auke van der Woud ( van hem kreeg ik enige colleges)   kunt u veel meer afbeeldingen zien, maar ik heb me beperkt tot Willem Maris,  Johan Barthold Jongkind en Jan Weissenbruch,  Maar evenzeer ben ik een bewonderaar van het werk van Willem Roelofs, maar er dient nu eenmaal een keuze gemaakt te worden en niet alle afbeeldingen passen in deze blog

Willem Maris Herdersjongen met ezels, 1865, olieverf op doek, 65 x 115, Haags Gemeentemuseum 


J. B. Jongkind, Gezicht op de haven van Rotterdam, olieverf op papier op doek, 42 x56  Rjksmuseum Kroller Muller Otterlo




                                                Jan Weissenbruch,  Bij Elshout, 1854. olieverf op doek 64 x 85, Teylers Museum Haarlem.


Waarom wilden die schilders in de negentiende eeuw zo graag landschappen, riviergezichten schilderen, denkt U??  Het heeft te maken met het graag buiten schilderen, dat voordien nagenoeg niet werd gedaan. Er werd  hooguit buiten geschetst en dan vond de afwerking en het schilderen plaats in het atelier. Ja, die herdersjongens bij die ezels. Goed geschilderd, maar het onderwerp in uniek omdat men over het algemeen herdersjongens ziet bij schapen of koeien als bronnen van inkomsten en ja, wat moet je met zoveel ezels?? Misschien tochtjes maken langs de rivier, anders valt er niet veel anders te bedenken.
Het schilderij van J/ B. Jongkind is gekozen omdat je er geen Rotterdamse haven zoals deze nu is, in herkend. De Rotterdamse schilder Mastenbroek heeft erg veel industrieel getekend onder meer ook van de aanleg van de Afsluitdijk. Op het schilderij zie je nog een schip met zeilen, maar ook zie je veel stoom opdwarrelen, dat zegt dat er een stoomschip lag. 
Het laatste getoonde werk van Jan Weissenbruch is gekozen vanwege die fraaie bomenpartij en de woning die daarbij staat. Is het een veerhuis, een havengebouw of is het een gemaal?. Het schilderij laat je dat raden. Je ziet ook nog een soort bouwsel met twee toegangen?  Weet u het ? 
Zo valt er veel te zien en te raden. Schilderen konden deze mensen als de beste en zij vonden dat allen een heerlijk thema om uit te werken
Het blijft genieten. Als u de gelegenheid heeft is een bezoekje aan het  Brabants Museum om de Collse watermolen te bewonderen een goede keuze, maar veel musea hebben rond de Kerst vaak mooie thema"s  Kunstboeken, lezingen, adviezen, taxaties, essays, rondleidingen, etc. graag contact via deze blog
Drs jjj artes admirans

Wednesday 13 December 2017

Frederik Hendrik Kaemmener, 1839-1902

Een onbekende Nederlandse schilder in Parijs

Column nr 486 dd 13 december 2017

Op 22 november jl zwerf je dan langs alle kunst in de RAI, je ontmoet een studiegenote en vervolgens zie je in een boekenstand een boek liggen met de wervende titel Nederlanders in Parijs 1780-1914 en zie namen staan als Maris, Breitner, Van Gogh.  In je achterhoofd is blijven hangen dat de media over dit verschijnsel reclame aan het maken waren vanwege een expositie in het Van Gogh Museum. Van de cover ter plekke een foto gemaakt en het boek besteld bij de boekhandel. Een onbekende naam valt op, omdat je in al die jaren op de VU deze naam maar nauwelijks hebt horen vallen. Hoe kan dat ?  Keuze van de docenten? Meer oog voor de recalcitrante schilders als Van Gogh en Courbet? Kaemmerer was een kunstschilder in de stijl van de Salon en wellicht vond met een Alma  Tadema voldoende om indrukken te geven welke schilders de heren van de Salon graag zagen.






Met dit schilderij won F.H..Kaemmerer in 1874 de eerste medaille van de Salon Gezicht op het strand van Scheveningen
Herfstbladeren, 1876, olieverf op doek 40 x25 cm  collectie Lawrence Steigrad Fine Arts, New York

Het meest opvallende aan deze schilder is, dat hij in het potje viel bij de grote Salon en een goede relatie had met het veilinghuis Goupil. Zijn schilderijen gingen daar als zoete broodjes over de toonbank en dan snijdt het mes aan twee kanten. Kaemmerer kon ervan leven en Goupil deed goede zaken,  Men zag hem dan ook liever niet die kant van de impressionisten opgaan, omdat  de heren van de Salon op die stijl met enig dedain neerkeken, overigens geheel ten onrechte. Maar smaken verschillen nu eenmaal en dat is in principe een goede zaak/ Het is alleen lastig als je zelf niet in het potje valt omdat het je carrière kan schaden of er langer over moet doen om de verdiende erkenning te krijgen.  De  expositie in het Van Gogh museum loopt nog toch 7 januari  2018 en in de bijgaande catalogus Nederlanders in Parijs  vindt u alle gegevens van de daar geëxposeerde schilderijen. Geniet ervan en laat deze kans niet voorbijgaan. Kunstboeken, lezingen, adviezen, rondleidingen, essays etc. Contact via deze blog
drsjjj artes admirans

Wednesday 6 December 2017

De verstilling van stillevens

Momenten van verstilling en meditatie
Column nr 485 dd 6 december 2017

Zo tegen de tijd dat de dag het kortst is en de nacht het langst en weinig zonlicht ons ten deel valt, lijkt men meer geneigd tot nadenken over de toekomst en wat terug te blikken op hetgeen achter je ligt. Rond de jaarwisseling doen we niets anders dan intensief terug kijken en worden alle hoogtepunten van het jaar zowel van de sport, de politiek, het bedrijfsleven, nog weer eens onder de loep genomen en van het nodige commentaar voorzien. We leven nu in een uitermate groot tijdsgewricht van een beeldcultuur, dat wordt bepaald door de sociale media, de TV, de smartphones, de snelle verbindingen via de talloze satellieten die boven ons hoofd in de ruimte hun rondjes draaien. Voor een historicus blijft er dan een grote taak over om tijden en perioden en canons met elkaar te vergelijken en het goede uit voorbije perioden te duiden. Het hoge tempo van de twintigste eeuw eist ook zijn tol en leidt ertoe, dat men in die ratrace moet afhaken en tot rust komen en soms de weg kwijt raakt en met een burn-out thuis komt te zitten. Dat is geen pretje omdat het geestelijk en lichamelijk is. De weg terug is lastig omdat er een geestelijke/hersenen component bijzit en op dat vlak is de wetenschap nog sterk zoekende.
Als we dan terugkijken naar de zestiende en zeventiende eeuw - natuurlijk ook geen toptijd- dan zie je in de schilderkunst een enorme hang naar stillevens. De gegoede burgerij hingen veel van die stillevens op in hun huizen en konden dan rond het einde van het jaar, heerlijk mijmeren bij de haard. De schilderijen waren buitengewoon in trek en in de Hermitage te St. Petersburg was ook een stilleven van Heda te bewonderen als Nederlandse stijlicoon uit de Gouden Eeuw. Tijdens de colleges rond deze tijd werd verteld over een Belgische kardinaal die voor zijn werk in Italië was gestationeerd Hij had  zoveel heimwee naar  zijn geboorteland, dat hij zijn werkkamer vol had hangen met  bloemstillevens van de Vlaamse schilder Jan Bruegel de Oude. De herinnering aan dat college dat is blijven hangen, was dat het ging om een prelaat die in Rome werkte, maar uit literatuur van Wouter Kloek ( 1999)  is het verhaal toch iets anders.

Jan Bruegel de Oude, Bloemen in een vaas van Chinees porselein, 1608-1610, paneel 66 x 51 cm  , Kunsthistorisch museum  Wenen

In het boek Het Nederlandse Stilleven 1550-1720 van Alan Chong en Wouter Kloek, Rijksmuseum 1999. staat op de pagina's  87/88 het volgende te lezen : Een zeldzaam helder inzicht in de drijfveren van een 17e eeuwse verzamelaar verschaffen ons de geschriften  van Frederico Borromeo, aartsbisschop van Milaan. Borromeo - uit België afkomstig- was een rijke opdrachtgever van Jan Bruegel de Oude.In een onthullende passage in zijn autobiografische geschrift "Pro suis studiis" staat een van de redenen voor zijn belangstelling voor bloemstillevens. In lente en zomer beleefde Borromeo plezier aan de aanwezigheid van bloemen en fruit in zijn studeerkamer, Met geschilderde bloemstillevens kon hij zich buiten het seizoen beeld en geur van echte bloemen voor de geest halen. Wat hem aansprak in deze werken was hun verscheidenheid van kleur, niet kortstondig zoals sommige bloemen die men vindt in de natuur, maar bestendig en heel duurzaam. { .....  } Uit zijn diverse vrome verhandelingen blijkt dat zijn beschouwing van Nederlandse stillevens en landschappen  leidden tot erkenning van Gods macht en goedheid in de natuur. "
Ja, die laatste zin zal alleszins te maken hebben met het feit dat hij bovenal theoloog was en dienaar van de kerk en dan kan je al overwegend  tot die conclusie komen. Maar bovenal was het voor de prelaat een middel om zijn heimwee naar het Noordelijke Nederland te verzachten. Kortom, stillevens van bloemen, van fruit, van oude kruiken en vazen, geven je geest rust en neiging tot mijmeringen en dat is voor ieder mens heilzaam. De boog kan immers niet altijd gespannen staan, dat is niet goed voor lijf en leden. Geniet derhalve van hetgeen u ziet aan verstilde kunst en fotografie. Het verrijkt uw leven. Kunstboeken, lezingen, adviezen, taxatie, rondleiding en wat dies meer zij, contact de auteur via deze blog
drs jjj artes admirans