Thursday, 18 September 2014

Stemmingskunst door gekleurd grijs

Gerard Bilders geschriften belangrijk voor het duiden van de 19e eeuw

Column nr 334 dd. 18 september 2014

Kunsthistorici, - je mag denken van deze mensen, wat je wilt- willen analyseren, onderzoeken, stromingen definiëren, groeperen en indelen. Waarom? Om te kunnen communiceren met elkaar en kritisch alle kunst te kunnen begrijpen en definiëren. Dat vergt veel kennis, inzicht, kritisch vermogen, verbaal talent en een goede pen om het op papier te zetten. Ook is het daarbij nog kunst om het leesbaar te houden, ook al ben je nog zo intelligent en weet je er alles van. Het hoeft geen romanvorm te zijn, maar sommige kunstcritici raken zo op drift in hun betoog dat je hen niet meer kunt volgen of vanwege hun dermate grote kennis van het onderwerp of door een te ingewikkelde betoogtrant dat je slechts flarden oppikt en soms moet vaststellen dat je het totaal niet begrepen hebt. In die zeven jaar VU is dat gelukkig maar een enkele keer gebeurd, maar taal en boeken zijn er nu eenmaal om met elkaar te communiceren, zonder dat je de lezer tot wanhoop brengt. Die kunstcritici. Je kunt er veel van leren en veel met hen oneens zijn. In mijn scriptie over Joodse kunst bij Jozef Israëls, wordt de grote criticus van de 19e eeuwse schilderkunst Jan Veth geciteerd op pagina 14 . In die passages gaat het over het beeldverbod in de Joodse religie en Jan Veth heeft aanwijzingen dat de verbeeldingskracht bij deze schilder veel groter is geweest dan dat Israëls feitelijk op zijn doek heeft kunnen weergeven. Dat is een interessant gegeven. Al even interessant is het betoog van deze criticus inzake Gerard Bilders . Het is een beetje een lang citaat, maar het verschaft u veel inzicht in die belangrijke negentiende eeuw voor de Nederlandse schilderkunst.
De vermaarde schilder-criticus Jan Veth ( 1864-1925) pleitbezorger van de Haagse School , wijdde in 1898 in een van zijn talrijke kunstbeschouwingen een lange passage aan Gerards  artistieke opvattingen. Hierbij ging Veth niet in op de literaire betekenis van Brieven en dagboeken, noch bracht hij Gerards persoonlijke worstelingen of Kneppelhouts mecenaat te berde. Bij zijn onderzoek naar de ontluikende Hollandse schilderkunst van omstreeks 1860 had hij bemerkt hoe zelden  de Haagse schilders over kunst aan het papier hadden toevertrouwd. Maar daar was  Gerard Bilders, die - men krijgt ook uit zijn werk dien indruk- een uitmuntend representant  van de nieuwe school zou zijn geworden, en die ons het voordeel biedt, dat hij zeer goed kon zeggen, wat hem bezighield. Het ligt voor de hand dat hij in dit verband Gerards thans genoegzaam  bekende uitspraken  over het sentiment van het grijze, en zijn schok van herkenning bij het zien van de Barbizon-schilders in Brussel aanhaalde. "Mij dunken deze uitlatingen van den met de broeiende jong-Hollandse kunstnoties van toen zeer vervulden 21 jarige  schilder buitengewoon opmerkelijk, vervolgde Veth.  Voor hij van die die nieuwe Franschen iets gezien had, wist hij al zeer duidelijk [ .....] naar welke kunst hij verlangde [.....] en wist hij er zich tevens direct rekenschap van te geven dat de goede Franschen eigenlijk slechts op de oude Hollanders waren doorgegaan. Vervolgens kon Veth aan de hand van Gerards uitlatingen  uitstekend een van zijn eigen stokpaardjes illustreren : de vernieuwende Haagse landschapschool was buiten kijf geworteld in de zeventiende-eeuwse Hollandse traditie, terwijl ook de vernieuwende Fransen zich daarbij deels op de oude Hollandse meester baseerden. Zo zijn Gerards ontboezemingen nog voor 1900 door een autoriteit als bewijsvoering aangewend bij een kunsthistorisch betoog. En volgens Veth boden de getuigenissen  zelfs een betrekkelijk volledigen kijk op de factoren van ontstaan onzer nieuwere kunst.'

Zo krijg je meer inzicht in de kunst van de negentiende eeuw en al jaren vanaf de periode van die scriptie verdiep je jezelf steeds meer in het tijdsbeeld en ontdek telkens weer kruisverbanden tussen Van Gogh, Jozef Israëls en nu weer Gerard Bilders. Alle drie schilders die goed konden schrijven en al is het bij van Gogh en Bilders in dagboekstijl, Jozef Israëls schreef een boek over Rembrandt en greep ook al terug naar die Gouden Eeuw. Je mag jezelf dan de vraag stellen : waren die toptalenten alsVan Gogh en Bilders nu eens vijftig geworden? Welke nieuwe ontwikkelingen hadden zij nog meer in gang kunnen zetten ?  Bilders werd maar zevenentwintig, Van Gogh maar zevenendertig
Geniet van onze prachtige nazomer, de natuur, de bloemen, de bomen, de wegtrekkende spreeuwen en de zwaluwen die zich voorbereiden op hun grote reis naar Afrika. Nog tijd voor te fietsen, zwemmen en zondags heerlijk langs de lijn te genieten van sportieve prestaties van sportende mensen. Kunstboeken, lezingen, rondleidingen, essays, adviezen inzake kunstwerken etc. j.j.jong@quicknet.nl
drs jjj, artes admirans  

Afbeelding :  Gerard Bilders Zomerweelde, 59.5 x 49.5 cm, olieverf op doek, particuliere collectie
Misschien kunt u het beeld zelf vergroten. Het is met recht stemmingskunst : een koe, een kalf, een rustende herder en op  de voorgrond een waterpoel met eenden. Ongetwijfeld uit de tijd dat Bilders in Oosterbeek werkte.









































































                

No comments:

Post a Comment