Mevrouw Marius, auteur van Hollandsche schilderkunst in de negentiende eeuw
Column nr 513 dd. 4 juli 2018
Enkele jaren terug werd een exemplaar op een boekenmarkt aangeschaft onder de titel De Hollandsche schilderkunst in de negentiende eeuw door G.H. Marius. Het was de tweede druk uit 1920, eerste druk was 1919. Dit boek overleefde dus nagenoeg een eeuw en zag er alleszins bruikbaar uit. Een buitenkansje en nimmer erop gerekend, dat deze parel mijn boekenverzameling zou gaan verrijken. Interessant in deze is dat in 1992 het Haags Gemeentemuseum een boek uitgaf inzake de collectie van het museum, geschreven door diverse grote kenners van deze stroming waaronder John Sillevis. In het kader van mijn studie heb ik hem een keer aan de lijn gehad om enige prangende vragen te stellen. John Sillevis haalt in zijn artikel een passage aan van deze mevrouw Marius en daarbij citeert hij blijkbaar uit de eerste druk. Hier de quote. Mevrouw Marius omschreef de School als volgt":Om een school te vormen om een levenskrachtige groep uit te maken, daartoe is nog iets anders nodig dan enkele van aanleg zeer bevoorrechte schilders en om iets te doen ontvlammen , daartoe is wrijving noodig. En het was de bewondering voor de zware dracht der Barbizonsche schilders die, na een korter of langer verblijf in Parijs of ook te Brussel, de ROUTE was welke onze schilders tot een diepere kijk op de natuur, tot een volkomener begrijpen van onze klassieke schilders . tot een zuiverder gevoel voor de heerlijkheid van het eigen land bezielen zou.. En gelijk men bevroeden zou, dat er heel wat bouwstoffen, heel wat arbeid , heel wat wrijving noodig geweest is om in de lange landen den brand te ontsteken, waaruit het genie Rembrandt kon opvlammen , zoo kan men aannemen, dat er heel wat arbeid , heel wat talent toe noodig geweest zijn om onze schilderkunst opnieuw uit het latente te doen oprijzen tot een rijke nabloei.
Poeh, poeh, lange zinnen, waarin zij duidelijk wil maken hoe het fenomeen Haagse School kon ontstaan. Je hebt dat boek van mevrouw Marius en ga dan op zoek naar deze passage. Het is best wel even zoeken, maar op pagina 105 van de tweede druk gebruikt zij dan niet het woord ROUTE, maar heeft zij dat veranderd in het woord VONK. Een sterkere uitdrukking en een bewijs dat mevrouw Marius haar teksten nog een kritisch tegen het daglicht heeft gehouden. Een andere verklaring is daarvoor niet te vinden.
Vervolgens weidt ze lang uit hoe ideaal Den Haag als ligging was voor het werkterrein van deze stroming en inderdaad vlak bij zee, omgeven door veel weilanden destijds en dat is dan ideaal om buiten te werken. Juist dat buiten schilderen trok me destijds bijzonder aan en wilde daarover ook eigenlijk mijn masterscriptie maken, maar het liep even anders en we kwamen bij Jozef Israƫls uit van wie zijn joodse roots werden vastgelegd in een scriptie er echt mocht wezen en ook veel zegt van de deskundigheid van mijn begeleider prof. Carel Blotkamp.
Hierboven een afbeelding van mevrouw Marius en een paar markante buitenlevens.
Anton Mauve, Schapen op een dijk, olieverf op doek, 49 x100 cm, niet gedateerd
J.H.Weissenbruch, Souvenir de Haarlem olieverf op doek 72 x 101 cm, niet gedateerd
Zo heeft u een klein inkijkje gekregen hoe de 19e eeuw een belangrijke eeuw was in de schilderkunst, een soort revival en nagenoeg een herhaling van die 17e Gouden Eeuw. Het kan verkeren. Geniet ervan en ga zelf maar eens op zoek naar literatuur over dit onderwerp en neem dat maar aan, er is enorm veel geschreven over deze tijd. Kunstboeken, lezingen, adviezen, taxaties rondleidingen, u kunt contact opnemen via deze blog
drsjjj artes admirans
No comments:
Post a Comment