Monday, 16 July 2018

Een sterke toren in het midden van de stad

Column nr 514 dd. 16 juli 2018

Proefschrift van Herman Wesselink : ondertitel : Verleden, heden en toekomst van bedreigde kerkgebouwen

Herman, een oud studiegenoot promoveerde 21  juni jl. op dit thema. Een jarenlange studie van onderzoek ging hieraan vooraf. Wij leerden hem in onze studietijd al kennen als een kenner van kerkgebouwen en dat had zijn bijzondere interesse. 
Zijn proefschrift behandelt de situatie in de steden en zoals met alles moet je kiezen en als je de kerken van het platteland er ook in zou betrekken, zou zijn proefschrift i.p.v. 320 pagina's nu, wellicht het dubbele zijn geweest. De oorzaken van de sluiting van zoveel kerken duidt de onderzoeker op pagina 202 als volgt :" Vanaf de jaren 1960 spoelde er een sloopgolf door het land, als gevolg van de snel toenemende ontkerkelijking, ontvolking van steden en stadsvernieuwing, zeker een paar honderd beeldbepalende negentiende en twintigste-eeuwse kerken gingen tegen de vlakte. Vanaf 1970 groeide het maatschappelijk protest tegen deze kerksloop en ontstond langzaam maar zeker een herwaardering voor neostijlen uit de negentiende eeuw."
Van de zesduizend kerken in Nederland werden er maar liefst duizend gesloopt. Het moest anders. Zeker de betrokken partijen als bisdommen, Synode etc gingen zich beraden om de meest verstandige keuzen te maken bij sloop of behoud. Op pagina 204 beschrijft doctor Herman methoden die door de KU Leuven worden gehanteerd bij beoordeling en dan zijn dat er drie:  architectuur, interieur en context De Vlamingen hanteren ook een een puntenschaal aan de hand van letters en cijfers.
Verder schrijft de onderzoeker van : Een extra onderdeel van dit onderzoek vormde de database. Deze bevat het eerste kwantitatieve , geografische en digitale overzicht van alle nog bestaande kerkgebouwen uit de periode 1800-1970. De kerkgebouwen zijn aan de hand van metadata als locatie, denominatie, architect, bouwstijl,datering en monumentenstatus  op de digitale kaart Geoplaza zichtbaar gemaakt. De database kan allerlei soorten kwalitatieve en kwantitatieve informatie opleveren die van nut zijn bij het op waarde schatten van een kerkgebouw of een groep kerkgebouwen, al dan niet volgens het hier voorgestelde waarderingssysteem.
Dat systeem omschrijft Wesselink in de classificaties , A, B, C en D met een puntenstelsel. Elke kerk kan maximaal zes punten krijgen. A, B. C. en D staan dan voor interieurensemble, , architectuur, kerkhistorie en stedenbouw. Per categorie kan men dan zes punten scoren, totaal dus 24. 
Je kunt natuurlijk hier niet dit proefschrift even zo kort samenvatten. De bovengenoemde punten zijn wel de peilers waarop zijn gedegen studie is geschraagd. Het zal alle belanghebbenden buitengewoon interesseren welke nieuwe gezichtspunten erin naar voren komen en verantwoordelijken kunnen helpen bij het maken van de goede keuzen.
Een van zijn studiebegeleiders was professor Koos Bosma, een architectuurhistoricus van grote naam, die enige tijd terug is overleden. Van Koos kregen we ook enige colleges en hij schreef een boek over de bunkerbouw in Nederland. Herman had in hem een prima begeleider
Tot slot enige afbeeldingen van kerken, die als bijlage in zijn proefschrift zijn bijgevoegd en willekeurig zijn. Als u de problematiek interessant vindt, kan er nog een vervolgcolumn aan vastgeplakt worden, maar dat moet u als lezer mij dan even inseinen via deze blog. Het is duidelijk dat onder  onze alle lezers/lezeressen van deze columns mensen zijn die niet kerkelijk zijn en niets met kerken hebben, maar wellicht vinden deze de problematiek wel interessant.In verband met persoonlijke omstandigheden volgende week geen column
Kunstboeken, lezingen, adviezen, essays, rondleidingen etc. contact via deze blog.
drs jjj artes admirans






No comments:

Post a Comment