Wednesday, 29 November 2017

Peter Paul Rubens 1577-1640

Rubens, schilder op eenzame hoogte
Column nr 484
In het Paleis van de Schone Kunsten te Antwerpen tref je veel van zijn kruisafnames aan. Hieronder treft u een detail van zo'n werk aan. De meeste van deze schilderijen hadden forse afmetingen van drie meter bij 2.50 meter en dienden als altaarstukken. Wellicht moest het de priesters in de liturgie inspireren, wanneer zij bij een misviering voorgingen. En het is met de mensen die die kerken beheerden al hetzelfde als met veel kunstverzamelaars. Je kunt op een werk uitgekeken raken en dat gold ook voor de bedienaren, de pastoors, de kapelaans, de bisschop etc. Dan werd zo'n schilderij van de wand gehaald, maar omdat het een Rubens was, werd het zorgvuldig ergens opgeborgen en sommige van deze werken kregen een museale status als tijdsbeeld van de 17e eeuw.



Peter Paul Rubens , Detail kruisafname 1611, schilderij hangt in Onze Lieve Vrouw kathedraal te Antwerpen. Het is het rechterpaneel van het vier meter hoge schilderij en stelt de opdracht van Jezus in de tempel voor.Het linkerpaneel van dit grote werk verbeeldt het bezoek van Maria aan Elisabeth en het middenpaneel  laat veel figuren zien die allemaal bezig zijn het lichaam van Christus van het kruis af te halen. Op de dwarsbalk zie je twee mannen die met een groot laken het lichaam langzaam laten zakken. In totaal acht personen in tragische houdingen regelen de kruisafname in een bijzondere verticale opbouw

Hieronder een kleine passage uit Gombrich's  Eeuwige schoonheid : "Hij had de weergaloze gave om grote kleurrijke composities te scheppen, die tegelijkertijd met zo'n veerkrachtige  en energie waren doordrenkt dat deze hem roem en succes verzekerden, zoals geen schilder voor hem had mogen behalen. Zijn komst was daarbij buitengewoon geschikt om de pracht en praal van paleizen te verhogen en de machten van deze wereld te verheerlijken dat hij in de kringen,waarin hij zich bewoog een soort monopolie bezat.  Het was de tijd, waarin de religieuze en sociale spanningen van Europa losbarstten : op het vasteland de verschrikkelijke Dertigjarige oorlog en in Engeland de burgeroorlog. Aan de ene zijde stonden de absolute monarchen  en hun hoven - de meesten ondersteund door de katholieke kerk - aan de andere kant de opkomende handelssteden, meestal protestants gezind. De Nederlanden waren verdeeld in het protestantse Holland dat aan de katholieke Spaanse overheersing weerstand bood en het katholieke Vlaanderen dat vanuit Antwerpen door Spanje werd geregeerd. Als schilder van het katholieke kamp is Rubens tot zijn unieke positie gestegen. Hij nam bestellingen aan van de Jezuiten in Antwerpen en van de katholieke heersers over Vlaanderen. koning Lodewijk de XIII van Frankrijk  en diens energieke moeder Maria de Medici, van koning  Philips III van Spanje  en koning Karel I van Engeland, aan wie hij zijn adeltitel dankte.


Peter Paul Rubens, detail van onderstaand schulderij, 1603, Prado  Madrid





Peter Paul Rubens, Ruiterportret van Don Francesco Gomez de Sandovaly Rojes, hertog van Lermo, 1603, olieverf op doek, 290.5 cm x 207.50, Prado Madrid

Hij was dus aan al die Europese hoven bekend en als diplomaat wist hij te bemiddelen als er kwesties tussen die koningshuizen ontstonden en voor wat, hoort wat. "Je mag voor ons een mooi schilderij maken, maar we stellen het zeer op prijs als je die en die koning eerst even op andere gedachten brengt. Ook in die tijd ging dat al zo.

In Antwerpen is dus veel werk van hem te vinden. In het Rubenshuis, maar evenzeer in het Paleis van Schone Kunsten en in de prachtige O.L. Vrouw kathedraal. Als u een keer in de Sinjorenstad komt, moet u niet nalaten een Rubens wandeling te maken om de grote status van deze Vlaamse meester te bewonderen. De Noord Nederlandse grote meester Rembrandt  kende hij ook. Die status van deze Noord Nederlander kwam pas na 1830 toen de Zuidelijke Nederlanden los kwamen van de Noordelijke. Er moest voor het Noorden een dergelijke grote icoon komen. De Duitse kunsthistoricus Wilhelm von Bode ( 1845-1929)  had deze Noord-Nederlander al eerder ontdekt en veel over hem geschreven. Rembrandt heeft zijn grote naamsbekendheid zeker aan deze Duitse kunsthistoricus te danken. In Berlijn vindt u aan de Spree zijn eigen Von Bode- museum. Zo lopen dit soort zaken. Geniet dus van een bezoek aan Antwerpen, Berlijn etc. Met deze kennis op zak zal dat intensiever zijn. Kunstboeken, lezingen, adviezen, essays, rondleidingen etc.
drs j.j.jong, artes admirans

Tuesday, 21 November 2017

De grote Vlaamse meesters

Jan van Eyck,(1390-1441 Rogier van der Weyden, 1400-1464, Pieter Paul Rubens, 1577-1640, Hogo van der Goes,  1430/1440 - 1482
   Column nr 483 dd. 21 november 2017

We duiken even ver de geschiedenis in. De reden is het feit dat een fraai boekwerk kon worden aangeschaft over deze periode. Een boekwerk van Till-Holger Borchert, hoofdcurator van het Groeningemuseum te Brugge, met als uitgever Lannoo Tielt, 2013. Een boekwerk van kloek formaat, gewicht tien kilo en een afmeting van 40 bij 30 cm. Ook een bijzondere prijs te weten honderd euro. Maar het boek was bezweken onder het zware gewicht en de katernen waren uit hun verband, vermoedelijk om er een te lichte band is gebruikt, waardoor de katernen zijn gaan wijken en zelfs enkele bladzijden scheurtjes vertonen. Dat had de boekhandel ook geconstateerd en had het boek afgeprijsd door de helft. Een bod van veertig euro werd gedaan, maar de verkoopster meldde dat zij  niet was geautoriseerd om dit goed te keuren. Zij was moedig en wist dat haar baas dat zeker goed zou keuren. De koop gesloten en zoals wel eens meer  badinerend in deze rubriek is vermeld, : kunsthistorici zijn plaatjeskijkers  en dat is wel een beetje waar. Overigens is deze uitspraak van een collega-student die architectuur studeerde, maar zijn vondst vond ik wel sterk en dit kloeke boek nodigt je alleen maar uit om goed te kijken, omdat het hoofdzakelijk bestaat reproducties van die beroemde Vlaamse meesters. Het boek is niet handzaam en om het goed in tact te houden, moet je het ergens plat neerleggen omdat het staande teveel van het gewicht te lijden heeft en in  mijn studeerkamer heb ik nog geen goede plek kunnen vrijmaken. Misschien nu alle college aantekeningen maar eens opruimen, maar daar moet nog eens goed over nagedacht worden. Het formaat is niet geschikt om te kopiëren, zodat ik met mijn smartphone foto's heb gemaakt, die u hieronder ziet afgebeeld. Jammer,.dat u geen deelgenoot kunt worden van dat prachtige fotowerk.
Rogier van der Weijden, kruisafname, 1435 Prado Madrid, tijdens Madrid reis gezien Paul Delvaux, een latere Belgische schilder, maakte een persiflage van dit schilderij. Alle figuren beeldde hij af als lijken en hij schilderde alle ribben. Het schilderij hing lang in het Scheringamuseum te Spanbroek en er wordt onderzocht waar dat schilderij nu te zien is, vermoedelijk niet in de collectie van Hans Melchers, museum More te Gorssel

Jan van Eyck, Lam Gods, 1432 tijdens meerdere bezoeken aan Bavo kathedraal te Gent, bewonderd en een half uur in de ban geraakt van dit grote meesterwerk




De figuur Eva, detail van Lam Gods, uiterste paneel rechts, aan de andere kant vindt U Adam. Hoe prachtig detail en hoe knap kon Van Eyck een naakte vrouw schilderen
Detaik van schilderij Aanbidding der koningen, van  Hugo van der Goes 1470 Gemaldegalerie Berlijn


Jan van Eyck, detail van Lam Gods, Je ziet hier inderdaad het lam, beeld van de verlosser  Christus


Hugo van der Goes aanbidding der koningen, 1470, Gemaldegalerie Berlijn zie ook detail hierboven

Moeilijk is het om u op deze wijze deelgenoot te maken van de prachtige afbeeldingen in dit excellente boek. U heeft de afmetingen van het boek hierboven kunnen lezen en u kunt dan de afbeeldingen in  dit boek over de volle pagina's zien dus in de orde van grootte van 40 x 30 cm.  Een lust voor het oog dus. Volgende keer is meer over Rubens te zien omdat ook de ruimte van deze column beperkt is. Als u een keer in het mooie Vlaanderen land komt, moet u echt een keer de Bavo kathedraal van Gent bezoeken. Een lichte toegangsprijs moet u niet weerhouden om een schilderstuk te bewonderen dat met de Nachtwacht van Rembrandt gemakkelijk kan concurreren en de Bavo wordt ook door enkele miljoenen bezoekers per jaar bezocht. Er valt dus nog veel te genieten en dan moet u beslist doen. Kunstboeken, lezingen, adviezen, taxaties, rondleidingen etc. contact via deze column
drs jjj artes admirans




Tuesday, 14 November 2017

G. H. Breitner, schilder van allure, 1857-1923

Typografische verschillen bij afbeeldingen

Column  nr 482 dd 14 november 2017

Al eerder in 2014 werden diverse columns geschreven over deze intrigerende kunstschilder, die zijn carrière begon als beroeps/kunstfotograaf. Onder de nrs. 341/342/343/344. moet u ze ergens bij Blogger.com moeten kunnen vinden. Waar het in deze column om handelt, is de zienswijze van diverse kunsthistorici op de schilder en zijn stijl.
Afbeelding zwart/wit uit boek A, M Hammacher

Afbeelding full colour uit boek G.H. Breitner in Amsterdam van J.F. Heijbroek en Erik Schmitz. Deze afbeelding doet meer recht aan het flamboyante werk van Breitner

In de bouwkunst kennen we inderdaad een  Amsterdamsche School met De Klerk etc. Of je deze betiteling nu ook op Isaac Israëls en G.H. Breitner kunt plakken, blijft toch een beetje hangen als een stokpaardje van Bram Hammacher, omdat  termen als laat Haagse School en de Tachtiger schilders meer voertaal tussen kunsthistorici  zijn.  De bron van de stelling van Hammacher is te vinden in het boek Amsterdamsche Impressionisten en hun kring. Het boek dateert uit 1941 en een rood stickertje vermeldt dat het gekocht is in de boekhandel Beatrijs aan de Rijksstraatweg 61 A te Amsterdam en op de eerste pagina staan allerlei gegevens van eigenaren van het boek.A. Schnitke,  Borano, musical-comedian aan de Koornhorst 160 en dan vervolgens nog : voor Herman Kortekaas van Cora Schnitke-Borano  met een datum van 23 september 1987. Het boek was blijkbaar in handen van een artistieke familie die het aan Herman Kortekaas schonken. 
Om toch nog even beter de gedachtegang van Hammacher te kunnen volgen, hier enige passages op pagina 62 : Het werk van de Amsterdamsche impressionisten is anders van karakter. Ïn het meer nerveuze der uitvoering evenzeer als naar den geest, die de schilderende hand stuurt,dan datgene, welk een spiegel  is van heel kalm, haast ontroerend, leven in de opene natuur op een schamel dorpje.
Hierin wordt onbedoeld het verschil tusschen de Haagse meesters en die van de Amsterdamsche periode geraakt. Doch daarmede zijn we er niet. De schilders die in Amsterdam kwamen, hadden hun eigen reactie op de stad..  Erens weet ons een en ander te vertellen over Isaac Israëls In 1885 ontmoet hij hem voor het eerst op de Leliegracht . Hij was een stedeling , ook een wandelaar  bij dag en bij nacht, maar verzot op het leven in de stad. Met Erens toog hij uit op het ontdekken van alle eigenaardigheden van de Amsterdamse stadskwartieren.. Zij biljarten samen, schaakten, reisden. Alle sloppen en stegen , danskelders, café chantants, eenvoudige en deftige gelegenheden van openbaar vermaak waren hun geleidelijk bekend geworden.  De Jordaan, Haarlemmerdijk, en Nieuwendijk maar ook de menschenstroom door de Kalverstraat boeide den jongen schilder, die zee en strand  niet meer als de Hagenaar zag. met bommen op het strand en schelpenvisschers  of in groote verlatenheid, maar vanwege de gezelligheid van het mondain verkeer en het gewriemel van menschen op boulevard en pier. Dienstmeiden, bakkersjongens, slagerknechts, fabrieksmeiden, tingel-tangel meisjes en andere meisjes van plezier, waspitten, koffiepiksters, bevolkten zijn schilderswereld.
Inderdaad zijn het twee heel verschillende werelden en ongetwijfeld zie je dat terug in zijn werk, maar of dat nu heeft geleid tot een heel nieuwe stroming, daarin zal Hammacher toch een beetje in zijn eentje blijven staan. Iedere streek en stad heeft zijn eigen karakter en Isaac Israels heeft zich in Amsterdam thuis gevoeld en dat werkte door in zijn schilderswerk. Geniet van al het moois wat u dagelijks ziet en hoort en juist de verschillen maken het leven de moeite waard. Kunstboeken, adviezen, taxaties, lezingen, essays, columns, gaarne contact via deze blog
drs jjj artes admirans

Wednesday, 8 November 2017

De Amsterdamsche Impressionisten en hun kring

Een boek en een stelling van kunstcriticus en museumdirecteur A.M.Hammacher  1897-2002
Column nr 481 dd. 8 november 2017



G.H. Breitner, Maannacht, olieverf op doek, 71 x 101  Museum d'Orsay  Parijs





G.H. Breitner,  Amsterdamsche vrouwen, 1890, pastel


Je leest een advertentie, dat iemand kunstboeken gaat opruimen en dan ben je als kunsthistoricus gespitst en ga je even kijken. Als je oude banden zie, ben je attent en deze keer ging het om een boekwerk van A. M. Hammacher, een kunstcriticus en museumdirecteur van grote statuur. Van 1947-1963 was hij directeur van Kroller Muller te Otterlo en grondlegger van de beeldentuin te Otterloo. Als je vervolgens nog buitengewoon hoogleraar bent van de TU Delft en een eredoctoraat van de Rijksuniversiteit Utrecht hebt ontvangen, dan mag je de betiteling BN'er wel achter je naam plakken. Tussen al die kunstboeken werd een boek van deze hoogleraar aangetroffen met een bijzondere titel :Amsterdamsche impressionisten en hun kring. Als je na zeven jaar studie kunstgeschiedenis met als specialiteit Moderne beeldende kunst vanaf 1800., dan heb je veel heel kennis vergaard en kennis genomen van alle stromingen en vooraanstaande kunstenaars en dan stel je vast dat je van het verschijnsel  Amsterdamsche Impressionisten, niet hebt gehoord of het hebt gemist, dat je wellicht tijdens een college niet goed hebt opgelet. Kennis genomen van dit boek en getracht erachter te komen wat deze kunsthistoricus heeft bewogen een dimensie toe te voegen aan de kunsthistorie. Eerlijk gezegd is het boek, naar mijn mening, niet erg overtuigend. Maar eerst even kijken naar opzet en argumenten voor de stelling van de heer Hammacher. Op pagina vijf zet hij zijn beweegredenen op papier als volgt : Maar het langzamerhand  omstreeks 1894 ontstane begrip :"Haagsche School" en het zich afteekenen te Amsterdam van andere voelende en willende richtingen heeft werkelijken  en dieperen zin dan een ver gaand particularisme. .Verder schrijft hij dan :  De beweging wordt vaak aangeduid met den alles omvattenden en weinig zeggende naam : de reactie der Amsterdammers. Er is echter een zoo principiële verscheidenheid en inzichten  en verlangens tussen deze jonge menschen ontstaan, de kunst die zij als ideaal voor zich zien is zoo weinig van eenheid en is gericht op zoveel verschillende doeleinden dat van een Amsterdamsche School na de Haagsche evenmin gesproken mag worden, als is er een Amsterdamsch verband. En verder
"Te Amsterdam komen jonge schilders samen, die niet los van de Haagsche formule zijn, maar daarvan wel los willen komen. ......... Dat loskomen van het Haagsche impressionisme betekende voor de een het zoeken naar groteren vormvastheid , voor den ander gespannen aandacht voor het levensdetail, voor weer anderen een breeder opgevat impressionisme met ander palet, tot overwinning van de Haagsche grijzen,

Het blijft nog wel vaag, maar Hammacher stelt vast dat de economische vooruitgang in Amsterdam groter is dan in Den Haag en plakt het epitheton van Amsterdams impressionisme op de schilders Isaac Israëls en G.H. Breitner.  Einde van de beweging komt dan als Breitner in Aerdenhout gaat wonen in 1903. Hoogtepunt van de beweging 1883-1886 uitlopend naar 1903. In het zogenaamde tweede impressionisme rekent Hammacher de volgende schilders tot deze stroming : de reeds genoemde Breitner, Verster, Van Looy, Willem Witsen, Kaspar Karsen, Haverman, J. Veth en Der Kinderen. Zij ondervinden in hun werk, volgens schrijver, het bruisende van een wereldstad en proberen zich te ontworstelen aan het ambtelijke Haagsche  regeringsmilieu.  De Amsterdammers  schilderen met grotere overgave aan het leven, worden er meer door geraakt en vinden waarden van gemeenschapszin en soms ook van eenzaamheid. Van Gogh had in 1883 het atelier van Breitner bezocht en Vincent had op dat moment best wel veel kennis van technieken etc. , maar hij begreep de grote lege kleurplekken en vegen niet, terwijl Breitner hem uiteenzette dat deze bedoeld waren als binding van de delen. Dat is onder meer te zien in zijn werk Vischbank te Rotterdam ui 1882. Geprobeerd om een afbeelding daarvan te vinden, maar dat is niet gelukt, maar de eerste afbeelding hierboven van Maannacht laat ook veel van die grote lege vlekken zien. Als iemand mij die afbeelding kan leveren, houd ik me aanbevolen. Tenslotte nog iets van verbazing . In 2003 werd aan de VU aan een van de mooiste opdrachten gewerkt onder het thema Collectie-onderzoek. Het gekozen thema was stadsgezichten en het werkstuk kreeg de naam mee van Verstilde Stedepracht. Bij de eerste presentatie ontstond er een discussie over het schilderij van Kaspar Karsen : De oude Beurs van Hendrick de Keyser. te Amsterdam , een schilderij uit 1836. Docenten en studenten waren van mening dat dit schilderij eigenlijk niet viel onder de categorie Stadsgezichten. Veel was niet aan te voeren als verdediging en er zat niet anders op dan een ander schilderij te kiezen. Achteraf was die nieuwe keuze interessanter, want in het depot in het havengebied net voorbij de Coentunnel, kon ik het werk van Willem Witsen  de Oude Schans, van dichtbij bewonderen. Het lag daar in opslag en men had het voor mij uit de stelling gehaald en kon er fysiek van genieten. Maar waarom dan dit verhaal, Op pagina 9 van het boek van Hammacher treft je het schilderij van K. Karsen aan onder het hoofdstuk Stadsgezichten.  Ja, denk je dan, waarom vonden in 2003 deze beoordelaars dit geen stadsgezicht??  Het had destijds mij een reis naar Amsterdam gescheeld en veel energie om opnieuw een ander schilderij te moeten analyseren en een entry te maken, maar je dient dat op te vatten als een fase in het leerproces en daar is wat voor te zeggen. Afhankelijk van uw reacties, wordt de volgende column nog aan het boek besteed en in het andere geval ligt er wel een ander onderwerp. op de plank.Geniet van deze u toegeworpen kennis en blijf genieten van al het moois van de kunst. Kunstboeken, lezingen, adviezen, taxaties, rondleidingen etc. contact via deze blog
drs jjj artes admirans. ( kunstbewonderaar = vertaling voor diegenen, die geen Latijn in het pakket hadden)

Wednesday, 1 November 2017

Het realisme van de Haagse School

Voorliefde voor strandtaferelen

Column nr 480 dd 1 november 2017

Het buiten schilderen ( en plein air) ondervond een grote vlucht in de negentiende eeuw.  Dergelijke stromingen duiken van tijd tot tijd op in de kunstgeschiedenis en al schetste men eerder buiten om dan vervolgens in het atelier te schilderen, dat was niet meer nodig, omdat men geen verf meer hoefde aan te maken in de werkplaats. De tuben verf konden meegenomen worden naar buiten. Hieronder een aantal werken van schilders die graag buiten bezig waren





Philip Sadee, de terugkeer van de vissersvloot, 1878, olieverf op doek, Teylers Museum, Haarlem 

Philip Sadee ( 1837-1904), studeerde in Düsseldorf om genreschilder te worden, maar nadat hij zich rond 1870 in Den Haag had gevestigd, ging hij zich toeleggen om het vissersleven in Scheveningen. Zandvoort etc vast te leggen zonder veel sentiment. De armoede en het harde bestaan van de vissers probeerde hij zo realistisch mogelijk te schilderen. Als je naar de opbouw van het werk kijkt, trek je al snel een vergelijking met de Wolga slepers van de Russische schilder Ilja Repin. De vrouwen met de vismanden voorop en dan worden de figuren daarachter steeds kleiner en helemaal achteraan, liggen de vissersboten. Sadee wist in zijn schetsboekjes snel alle bewegingen vast te leggen en zette er dan een tekst bij als :    Zonder vlijt geen zegen. Dat sloeg dan zowel op het harde leven van de vissers, alsook op het werk van de schilder zelf. In tegenstelling tot Jozef Israëls had hij in zijn atelier geen Schevenings hoekje  ingericht. Israëls gebruikte dat dan bij zijn onderwerpen met een vastliggende achtergrond.









Isaac Israëls, Het kenmerk van een dame, 1910-1912, particuliere collectie. Het grote contrast tussen de schilders Jozef en Isaac Israëls, is de penseelstreek. Isaac had een lichtere  penseelstreek en de contouren van zijn werken waren minder scherp, terwijl je het toch niet  impressionistisch kan benoemen. Als u wel eens tekeningen van Isaac gezien heeft, dan heeft u zeker ontdekt, dat hij met een subtiel lijnenspel de afbeelding gemakkelijk oproept



Jozef Israëls, Kinderen der Zee, 1872, olieverf  op doek, Kunsthandel Smit Ommen Dit thema van de 
Kinderen der zee, heeft hij meerdere malen herhaald en een behoorlijk groot schilderij kunt u aantreffen in het Dordrechts museum. Welke afmeting het werk in de kunsthandel heeft, is mij niet bekend, maar het geeft wel een indruk van de stijl van Jozef Israëls. De kunstschilder had de kuststreek opgezocht vanwege zijn gezondheid. Zijn huisarts had hem geadviseerd om daar te gaan werken om de frisse zeelucht op te kunnen snuiven en zo aan zijn lichamelijk herstel te kunnen werken.

Kunstschilders hebben altijd een fijne neus gehad voor boeiende omgevingen. Mondriaan werkte lange tijd in Domburg,  Graag verbleven de schilders in badplaatsen als Zandvoort, Scheveningen, Bergen Nh, . Daar konden zij altijd veel inspiratie opdoen. De schilders van de Haagse School waren er op uit, om alles zo realistische op het doek te krijgen en velen slaagden daar in, zoals ook Mauve, Breitner en niet te vergeten Willem Mesdag die in staat was de golfslag en de golven heel natuurgetrouw te schilderen. Hem werd dan ook een plekje gegund op de Parijse Salon en dat wil wel wat zeggen. Geniet van al dat moois.. Het is nu wel herfsttijd maar er komt na de winter weer een lente en een zomer en een beetje zomer heeft u hier kunnen proeven. Kunstboeken, lezingen, adviezen, taxaties, etc. U kunt contact leggen via deze mail.
drs jjj artes admirans