Saturday, 28 February 2015

Amsterdamse Joffers II

De kunst van het beschutte betaan: De Amsterdamse Joffers

Column nr 353 dd 28 februari 2015

Je hebt een hele carrière achter de rug, een drukke baan meer dan 25 jaar in de hoofdstad van Noord-Holland, daarna neem je het dappere besluit om zeven jaar aan een universiteit te gaan studeren en met succes en bachelor en masterbul binnenhaalt om vervolgens dan maar eens van je pensioen te gaan genieten en met de opgedane wetenschap van de kunstgeschiedenis je verder te verdiepen in de aestetica. Zo denk je dat en wil je dat eigenlijk. Maar wat is de praktijk? Je komt tijd tekort en het schrijven van de wekelijkse column wordt tot in het weekend teruggeduwd.  Vrijwilligerswerk hier in het dorp in overvloed. Zelfs nog sportverslaggever voor een regionaal dagblad. Nou ja, eerlijk gezegd, vind ik het buitengewoon leuk werk en heb altijd van sport gehouden. Zelf beoefend en er veel over geschreven. Veel organisatiewerk voor verenigingen tot zelfs werk bij de provinciale verkiezingen op een stembureau. Maar oké, nu een gaatje gevonden om eens verder naar de Amsterdamse Joffers te kijken. Van de schrijver van dit boek. Adriaan Venema, een kleurrijk persoon, kan je van alles zeggen, wat hij wel/niet goed gedaan heeft, maar schrijven kon hij als de beste. Om de Amsterdamse Joffers zo te typeren als "de kunst van het beschutte bestaan",  ben je snel geneigd om te zoeken wat hij nu met die quote bedoelt. Het blijkt te gaan om de geïsoleerde positie, die de dames in de Amsterdamse kunstwereld innamen. Zij lieten de vernieuwende stromingen in die eeuwwisseling 1800/1900 aan haar voorbijgaan en vormden een geheel eigen groep en stijl door onderlinge beïnvloeding en vriendschap. Zij waren gefortuneerd en zij hoefden niet te verkopen om verder te kunnen schilderen. Zij konden de materialen aanschaffen die zij nodig hadden Daarbij legden zij zich bijzonder toe op een verwaarloosd onderdeel in de schilderkunst : het Stilleven.  De hoofdfiguren van de stroming Therese Swartze en Lizzy Ansingh werden onderricht door prof. Allebe, Breitner en Simon Maris.  Door deze grote kunstenaars lieten de dames zich beïnvloeden.  De kunstcriticus Plasschaert bedacht de naam  Amsterdamse Joffers  en door de goede relatie tussen de dames onderling, werd het mogelijk dat zij als groep werden gerecenseerd. Lizzy Ansingh was lid van het St. Lucasgilde, waar zij prominenten als Jan Sluijters, Piet Mondriaan, Jan Toorop en Leo Gestel ontmoette. Kunstschilders die tot op de dag van vandaag naam en faam verwierven, terwijl de stroming van de Amsterdamse Joffers altijd wel op een laag pitje is blijven staan. Het verwerven van de boeken van Adriaan Venema is een kunst op zich. Van alle boeken werden er maar een paar duizend gedrukt en niet herdrukt. De boeken zijn tot op de dag van vandaag aan de prijs en als boekenliefhebber koester je deze exemplaren omdat ze zeldzaam zijn en duur in de aanschaf. Als U als kunstliefhebber de titels als  Breitner, Bergense School, Nederlandse schilders in Parijs of De Amsterdamse Joffers tegenkomt, moet u niet aarzelen deze te kopen omdat ze hun marktwaarde blijven houden vanwege de kleine oplagen. Geniet van de schone kunsten, nu onder meer in het Stedelijk in Alkmaar van een fraaie Boendermaker expositie, maar wees creatief, sport, fiets, wandel en wees vooral een prettig medemens voor uw omgeving
Kunstboeken , niet van Venema, lezingen, essays, rondleidingen etc. reageren gaarne via deze blog

Coba Ritsema, Stilleven met wekflessen. olieverf op doek, 31 x 38 cm
drs jjj, artes admirans

Thursday, 19 February 2015

De Amsterdamse Joffers

Een Winkler Prins Encyclopedie uit 1914-1918 en het boek Adriaan Venema, getiteld Amsterdamse Joffers.
Column nr 352

Het is altijd prettig als je van bepaalde zaken de waarde inziet. Kennissen hadden nog een oude Winkler Prins staan 1914-1918. Te mooi en te goed voor de kringloop. Voor de tweedehands boekverkoop geen item. Het enige wat soms lukt om met de boekhandelaar wat te ruilen voor zijn taxatie van de encyclopedie. En zo kon een waardevol boek ( in mijn ogen) aangeschaft worden. De handelaar had best wel een stevige prijs in zijn hoofd en met bijbetaling, kan ik U nu meer vertellen over de Amsterdamse Joffers, waar Adriaan Venema een degelijke studie van maakte. Met de vader van de schrijver ( inmiddels overleden) maakte ik uitgebreid kennis onder meer ook om een ander  waardevol boek ( George Breitner) in mijn bezit te krijgen. Dat lukte helaas niet omdat er nog erfgenamen waren. Ook in het boek van Huib Luns Holland schildert, wordt gewag gemaakt van deze damesschildersclub
. tekening van Lissy Ansingh naar Therese Swartz
Tot de groep van de Amsterdamse Joffers worden gerekend :
1. Maria van Regteren-Altena 1866-1908
2. Nelly Bodenheim                 1874-
3.Jacoba Surie                          1879
4.Betsy Westendorp-Osieck    1880
5.Coba Ritsema                       1876-1951
6. Lizzy Ansingh                     1875-1961
7. Ans van den Berg                1873-1942
8 Jo Bauer-Stumpff                 1873
Een passage uit Huib Luns : Breitner gaf Coba Ritsema les  en haar werk kreeg die  volle kracht en volle kleur en grootsch handschrift/ Alle andere dames rond  Coba Ritsema werden destijds de Amsterdamse Joffers genoemd. 
Venema behandelt al deze schilderessen en opent zijn eerste hoofdstuk met de titel De kunst  van het beschutte bestaan.. Volgende keer gaan we kijken wat Venema hiermee bedoelt en zullen diverse dames de revue laten passeren. Op voorhand kunnen we wel vaststellen dat het toch wel erg bijzonder is dat eind negentiende eeuw de vrouwenemancipatie al behoorlijk ver was en dames - wel van de gegoede stand- zich een eigen domein hadden eigen gemaakt en allemaal beschikten over een atelier waar zij zelfstandig haar creativiteit konden beleven. Geniet net als die dames destijds van een stuk creatief vermogen, zing, dans, wandel, sport en wees een prettig medemens.
Kunstboeken, lezingen, rondleidingen , essays, adviezen etc. j.j.jong@quicknet.nl
drs jjj artes admirans




Saturday, 14 February 2015

onbekende schilders Larense School

Column nr 351
Larense School bekend van Sluijters, Mauve en Jan Veth
Deze grote namen schieten je te binnen als je het hebt over Singer Laren. Deze namen spreken tot je verbeelding en de Sluijters expositie in Singer Laren  zal velen van U nog tot de verbeelding spreken en was een unieke belevenis. Opvallend in dit kader is dat groepen kunstenaars zich concentreren rond dorpen steden of streek.  Laren is zo'n dorp waar in het verleden -overigens nu nog- groepen kunstenaar neerstreken om van elkaar te leren en elkaar te inspireren. Maar ook in Oosterbeek op de Veluwe, Sint Maartens- Lathems in Belgie en Barbizon bij Parijs, had je concentraties van gelijkgezinde kunstschilders, die daar veel in de buitenlucht schilderen. Bergen in Noord-Holland is ook zo'n plek. Maar ook bepaalde steden hebben aantrekkingskracht op kunstenaars en dan heb je het over steden als Amsterdam, Parijs, New York,Berlijn, Praag. Daar willen die mensen graag zijn vanwege sfeer, culturele beleving etc.   Carole Denninger-Schreuder heeft in haar boek  Schilders van Laren, een breed scala van schilders beschreven waaruit blijkt dat zij in deze materie goed thuis is en zich daar behoorlijk in heeft verdiept.  De afbeeldingen hierboven zijn  van Douwe Komter ( 1871-1957) Op de bovenste afbeelding ziet u een dorpssmid aan het werk en onder een stilleven van droogbloemen, buitengewoon kleurrijk en je zou zweren dat het echte bloemen zijn. 
De schilders die zij in dat hoofdstuk behandeld, zijn :

Co Breman    ( 1865-1938)

Douwe Komter  (1871-1957

Derk Meeles ( 1872-1958)

Evert Pieters ( 1856-1932)

Bern de Hoog ( 1866-1943)

Frans Langeveld  ( 1877-1939)

W. G. F Jansen ( 1871-1949)

Deze laatste schilder was afkomstig van Harlingen en wordt qua sfeer geplaatst bij Anton Mauve en Jacob Maris. Daar is best wat voor te zeggen. Veel werk van hem straalt wel wat uit met name een werk dat hij in Amsterdam maakte, waar hij een bomschuit in een gracht schilderde in de winter. Op de kade zie je een koetsier met koets en de schipper loopt op de luiken van het dek. Jansen ging op 18 jarige leeftijd naar de kunstnijverheidsschool in Amsterdam. Daar leerde hij onder meer Derk Meeles  kennen. Later in Brussel leerde Jansen Co Breman kennen. De bovengenoemde schilders vind je niet bij de grote namen, maar deze kunstschilders verwierven wel een goede naam, kwamen met veel horten en stoten op een bepaald niveau en konden dikwijls van hun kunst leven. Geniet ook van deze categorie als zijn ze bijna in de vergetelheid verdween.  Gaar U ook naar de late Rembrandt expositie in het Rijks. ( een aanrader). Geniet van het mooie, wees creatief, zing, sport, wandel, fiets en wees een prettig medemens voor de mensen om je heen. 
Kunstboeken, lezingen, essays, rondleidingen etc. reageren via deze blog
drs jjj artes admirans


Thursday, 5 February 2015

Dagboeken Vincent van Gogh en Gerard Bilders

Verschillen in dagboekstijl bij tijdgenoten

Column nr 350 dd 5 februari 2015

Vincent van Gogh ( 1853-1890) en Gerard Bilders ( 1838-1865) zijn beide negentiende-eeuwse kunstschilders en dagboekschrijvers. Daar waar Vincent zich richt naar zijn broer, zijn zus, zijn  moeder is het bij Gerard  Bilders alleen zijn mecenas de heer Johannes Kneppelhout ( 1814-1885)
Natuurlijk als je echt veel wilt weten van die kunstschilders, is een dagboek een aangewezen medium om deze bijzondere mensen beter te leren kennen. Toevalligerwijs zijn deze beide schilders niet oud geworden, beschikten niet over een top-conditie, maar waren wel bezeten van hun vak( manschap ) Ook beide konden niet in hun eigen levensonderhoud voorzien. In dat kader valt het bij Van Gogh op dat hij nagenoeg in elke brief aan zijn broer Theo bedankt voor geld dat hem is toegestuurd. Soms ook uitvoerige berekeningen voor het geval iemand bij hem in komt wonen om samen aan projecten te werken. Overigens is Vincent altijd voor zichzelf aan het inschatten wat zijn noeste arbeid nu per saldo zijn broer Theo gaat opleveren, maar in de praktijk komt er vaak geen bal van terecht. Vincent laat zich er vooral op voorstaan, dat zijn broer Theo als handelaar de handel in impressionisten heeft georganiseerd en daar ook eigenlijk het monopolie beheerste, maar dat wordt mijnerzijds sterk in twijfel getrokken. Bij de kunsthandel Goupil in Den Haag heeft hij de Franse impressionisten geïntroduceerd, maar dat werkveld werd zo breed, dat je dat in je eentje niet  kan behappen. Maar altijd met een schuin oog naar andere handelaren, worden toch zoveel mogelijk zaken afgeschermd ten faveure van handelaar Theo. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt.
Als je nu naar de kunstschilders kijkt van deze tijd een Lucebert of  een Rob Scholte. Deze mannen waren in staat zichzelf te bedruipen. Ook Jozef Israëls kon van zijn toko leven en in joodse kringen mag je jezelf pas kunstschilder noemen als je ervan kunt leven. Dat een gezond liefdesleven jouw succes in de kunsten vergroot is wel duidelijk. Rob Scholte is na zijn nieuwe liefde uiterst productief geworden en Lucebert had een gelukkig gezinsleven. Vincent van Gogh had dat niet. Hij zocht de liefde van een vrouw, vond die niet en in brief 616 F, nummering boek De kunst van het woord ,geschreven door drie Van Gogh kenners Leo Jansen, Hans Luijten en Nienke Bakker, schetst van Gogh in een conceptbrief aan Gauguin, die hij graag in Arles wil hebben, de positie van een kunstschilder: : 'En dat ik denk dat als ik een andere schilder vind die zin heeft om het Zuiden te verkennen en die, net als ik, zo opgaat in zijn werk dat hij erin kan berusten om te leven als een monnik die eens in de veertien dagen naar het bordeel gaat- die voor de rest vast zit aan zijn werk en weinig geneigd is om zijn tijd te verspillen- dat zoiets een goede zaak zou zijn. Helemaal in mijn eentje lijd ik een beetje onder dit isolement." 
Gauguin is naar het Zuiden gekomen, al was het niet voor een lange periode. De passage is buitengewoon wonderlijk. Qua inhoud vreemd. Vincent van Gogh wil schetsen dat je van veel dingen moet afzien en gebruikt daar het beeld van een monnik voor. Maar dat gaat wel erg mank, maar dat zal zijn protestantse achtergrond zijn. Een monnik moet zich bovenal onthouden wat betreft seksualiteit en Vincent gaat een keer in de 14 dagen naar de hoeren, althans dat pleziertje gunt hij zichzelf bovenal en dat is zijn goed  recht. Niemand kan hem dat verbieden. In dit verband hebben de Amerikaanse schrijvers gelijk en zochten een verklaring voor de geslachtsziekte die hij een paar keer heeft opgelopen. Van vrouwen houden is gezond en boeiend, bordeelbezoek brengt de nodige risico's met zich mee, zo blijkt. Aan zijn zus schrijft hij een keer dat bepaalde kruiden tegen melancholie helpen.Ja, als je altijd alleen aan de gang bent, is niet altijd gezondheidsbevorderend.
Dan de dagboeken van Gerard Bilders: passage uit een brief van juli 1863 aan de heer Kneppelhout.
Langzamerhand zijn al mijne vrienden en kennissen op de achtergrond getreden en is het een vreemd verschijnsel  als ik op eene of andere wijze door zigtbare teekenen aan hun bestaan herinnerd word. En nieuwe vrienden!! Men moet vele jaren  lang in eene stad wonen eer men er geheel te huis is  en menschen gevonden heeft in wie men belang stelt  en die belang in u stellen. De vriendschap van jongelui  heeft zich nog niet van hare schoone,, dikwijls  zoo romantisch geschetste zijde, aan mij vertoond. Ik heb opgemerkt dat vriendschap veelal niets is dan eene soort Beijersch-bier-verbond en slechts zoolang duurt als men in alles  van de partij kan wezen. Wordt dit om eene of andere reden onmogelijk, dan vindt men zich weldra op zijne kamer alleen."  ( Citaat uit Gekleurd Grijs door Wiepke Loos)  Van beide schilders wordt een tekening bijgevoegd. Beide grote talenten, maar U kent Vincent van Gogh allemaal en Gerard Bilders ? Misschien wel eens van gehoord. Als beeldende kunstenaars groot in hun vakgebied, die veel ervoor opzij moesten zetten en dat probeert deze column een beetje te verduidelijken. Geniet, zing, wees creatief, schilder, wandel, mak van elke dag een feest en wees een prettig medemens. Kunstboeken, lezingen, rondleidingen, adviezen en taxaties, meldt u maar j.j.jong@quicknet.nl of 0226421639/ 06 10091206 bellen mag ook dus
drs jjj, artes admirans
Gerard Bilders, Een glooiend boslandschap met wandelaars en een zaagbok, 1861, potlood, 470 x 350 mm, Particulier collectie


Vincent van Gogh, Schets van zijn slaapkamer, geschetst in brief 706 A, uit zijn periode in Arles  oktober 1888